Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wanneer een ziel iets onreins zal aangeroerd hebben, [als] de onreinigheid des mensen, of het onreine vee, of enig onrein [33]verfoeisel, en zal van het vlees des dankoffers, hetwelk des HEEREN is, gegeten hebben, zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden. 33. Dat is, enig ding wat voor onrein verklaard, en daarom verfoeilijk en te schuwen is.